Eerder dit jaar, ergens in april, begon ik te werken aan deze paper die uiteindelijk 20 pagina’s lang zou worden. Ik had het idee dat het een tijdige toevoeging aan de literatuur zou zijn nu alle data van de HAARLEM-studie waren gepubliceerd; al was het alleen al omdat er geen recente reviews waren van goede kwaliteit over androgen abuse en de bijwerkingen ervan. Een paper die er aardig bij in de buurt komt is ‘Androgen Misuse and Abuse’ door David Handelsman – een uitstekende paper maar met een (veel) breder bestek.
Ik besloot het bij de somatische bijwerkingen te houden en om van elk een actuele samenvatting te geven en, waar van toepassing of waar het noemenswaardig was, enkele (zelf)medicatiegebruiken en (softe) behandelaanbevelingen te beschrijven. Na een paar weken (of eigenlijk weekenden) schrijven werd de paper behoorlijk langdradig. Het duurde niet lang eer ik op meer dan tienduizend woorden uitkwam. Rond deze tijd besloot ik dan ook hulp te zoeken om ervoor te zorgen dat het manuscript nauwkeurig, goed geschreven en van goede kwaliteit was. Ik nam daarvoor contact op met de internist-endocrinologen van de HAARLEM-studie – Diederik Smit en Pim de Ronde – om co-auteurschap te bieden. Nadat ik ze een eerste conceptversie had gestuurd reageerden ze enthousiast en gaven ze waardevolle feedback die de kwaliteit van het manuscript een duw omhoog gaf.
Nadat ik het manuscript had ingediend bij Frontiers in Endocrinology werd ik aangenaam verrast door de feedback van twee van de peer reviewers. Het was duidelijk ze de materie meester waren en ik verwerkte dan ook graag hun feedback in het manuscript. Engels was de moedertaal van één van hen, en hij wees naast inhoudelijke feedback ook op ‘grammatical gremlins’, zoals hij dat noemde. Vanzelfsprekend is dat soort feedback ook van harte welkom. De andere peer reviewer adviseerde om het manuscript te aanvaarden zonder herziening, wat volgens mij vrij uniek is. Het is vermeldenswaardig dat er een derde peer reviewer was die onmiddellijke afwijzing aanbeval. Ironisch genoeg was zijn feedback geschreven in slecht Engels, en gaf het sterk blijk dat hij eigenlijk geen kennis had van het vakgebied noch wist hij überhaupt ook maar één passage of zinsnede te citeren of te bekritiseren van het manuscript. Ik ben dan ook blij dat de editor zijn feedback had genegeerd.
Uiteindelijk leidde dit, na twee rondes feedback van de peer reviewers verwerken, tot het manuscript zoals deze hedendaags gepubliceerd is: ‘Anabolic–androgenic steroids: How do they work and what are the risks?’. Ik vind het een uitstekende aanvulling op de literatuur en ik hoop dat mijn lezers dat ook vinden!